Ouders
Taaltoets thema 6. Klik hier voor meer info.
Startdatum/tijd:
donderdag 5 april 2018 12:00
Einddatum/tijd
donderdag 5 april 2018 12:30
Terugkerende gebeurtenis
Eenmalige gebeurtenis
Prioriteit:
Normaal
Omschrijving:

De volgende onderdelen krijgen de kinderen tijdens de taaltoets:

Taal woordenschat : 

Alle woorden en uitdrukkingen kennen van thema 6.
De kinderen hebben de woorden op papier mee naar huis gekregen.

Taal verkennen:

-Het ‘waar deel’ herkennen in een zin.
Mijn fietssleutel ligt in de la.(waar? : in de la)
Op de plank ligt een boek. (waar? : op de plank)

-Het ‘wie deel’ herkennen in een zin.
Mijn broertje heeft de wedstrijd gewonnen. (wie? : mijn broertje)
Elke dag loopt hij naar school. (wie? : hij)

-Zelfstandig naamwoorden herkennen in een zin.
Namen van mensen , dieren en dingen.
(Kees, moeder, vleermuis, kat, vliegtuig, fietssleutel)

-Zelfstandig naamwoorden in het enkel-of meervoud zetten.
(moeder-moeders, vleermuis-vleermuizen, fietssleutel- fietssleutels)

-Het tegenovergestelde van een woord opschrijven:
hoog-laag, snel-langzaam, ver-dichtbij)

Aangemaakt door Erik Windmeijer Op zondag 11 maart 2018
Log in Ontwerp | HFCM onderwijs Realisatie | Heutink ICT